Omschrijving (toelichting)
Omgevingswet
De omgevingswet is op 1 januari 2024 inwerking getreden. Niet alleen de vergunningverlening is hiermee sterk veranderd maar gelijktijdig wordt de Wet kwaliteitsborging bouwen (gedeeltelijk) ingevoerd. Ook hierdoor wijzigt het nodige aan vergunningverlening maar ook het toezicht op de vergunningen. De uitdagingen na inwerkingtreding van de omgevingswet liggen nu bij het opstellen van een omgevingsvisie en het Omgevingsplan. Gemeenten krijgen tot 1 januari 2027 de tijd voor het opstellen van een Omgevingsvisie die voldoet aan de letter en de geest van de wet. De visie is vooral een fikse veranderopgave waarbij gekeken moet worden naar de lijn in relatie tot gebiedstypen en gebiedsgericht werken. Met de inwoners gaan gesprekken plaats vinden over 12 gebiedstypen.
In september 2024 zijn de eerste gesprekken van start gegaan. In alle gebiedstypen vinden 3 gespreksronden plaats. In maart 2025 worden de laatste gesprekken gevoerd. Het streven is om de omgevingsvisie eind 2025 te kunnen vaststellen. Daarnaast wordt er gewerkt aan een Omgevingsplan. Hierbij moeten alle lokale regels op het gebied van de leefomgeving (bestemmingsplannen, verordeningen et cetera) worden omgevormd naar één Omgevingsplan. Voor het maken van dit Omgevingsplan (het moeilijkste onderdeel van het nieuwe stelsel) krijgen gemeenten tot 1 januari 2032 de tijd, dus 8 jaar vanaf datum inwerkingtreding Omgevingswet. Er wordt gestreefd om dit in 2028 te hebben afgerond zodat we dan beschikken over één Omgevingsplan. Voor het Omgevingsplan moeten ook nog verschillende programma’s worden uitgewerkt. Dit zal de komende jaren parallel lopen aan de ontwikkeling van het Omgevingsplan.
Transitievisie Warmte
In het kader van de Transitievisie Warmte is de pilot inlooppunt Dinxperlo Centrum-oost geëvalueerd en is ook een doorkijk gegeven naar de toekomst; Daarbij zijn het hoofdlijnenakkoord van het kabinet, de nieuwe energiewet en de Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie (Wgiw) meegenomen.
Met de Wgiw wijzigt de Omgevingswet en verandert de naam transitievisie warmte in warmteprogramma.
Alhoewel de nieuwe wetgeving nog niet van kracht is, worden zowel het warmte- als het bijbehorende uitvoeringsprogramma dit najaar ambtelijk opgepakt. De handreiking van het Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie (NPLW) vormt daarbij een prima basis voor het vervolg om tot het noodzakelijke warmteprogramma met bijbehorend uitvoeringsprogramma te komen, dat helpt de warmtetransitie in Aalten verder vorm te geven.
Programma Water, Riolering en Klimaatadaptatie 2024-2028
De Gemeentelijk Rioleringsplan 2015 (GRP) wordt geactualiseerd naar de Programma Water, Riolering en Klimaatadaptatie 2024-2028 (PWRK). De oplevering staat gepland voor het vierde kwartaal 2024. De gemeente Aalten wil hiermee verschillende doelen bereiken:
• het voldoen aan de wettelijke verplichtingen rondom de gemeentelijke watertaken;
• het leveren van de bouwstenen ten aanzien van water, riolering en klimaatadaptatie voor de omgevings-visie en het omgevingsplan;
• het uitbrengen van concrete strategieën wat betreft water, riolering en klimaatadaptatie, beschikken over een valide onderbouwing voor de rioolheffing;
• het borgen van bestaande en verkrijgen van nieuwe financiële- en personele middelen voor onder andere het continueren van het dagelijks beheer in het kader van gemeentelijke watertaken;
• integrale investeringsprojecten waarbinnen doelen voor de klimaatadaptatiestrategie en gemeentelijke watertaken gerealiseerd worden en diverse aanbevelingen en acties vanuit de klimaatadaptatiestrategie Aalten.
Klimaat
Dit jaar hebben we onderzocht hoe we ons doel kunnen bereiken dat elke inwoner binnen de bebouwde kom van de gemeente Aalten uitzicht heeft op minimaal drie bomen, dat de wijken tenminste 30% groen zijn, en dat men op een hete zomerdag binnen 300 meter een koelteplek kan bereiken (voor inwoners met een tuin is dit binnen 500 meter).
Bij de reconstructies van wegen kijken we waar nog groen kan worden toegevoegd en proberen we zoveel mogelijk bomen te behouden. Daarnaast dienen nieuwbouwwijken minimaal 30% groen te zijn en vanaf een bepaalde grootte worden de wijken voorzien van een koelteplek.
Voor bestaande bouw hebben we een realiteitscheck uitgevoerd op de koelteplekken die voortkwamen uit de stresstesten en hebben hier onze eigen kaarten op gebaseerd. Hieruit blijkt dat er meer koelteplekken zijn dan uit de stresstesten naar voren kwam. Bij deze locaties zijn de bomen nog jong en moeten ze nog groeien om verkoelend te werken.
Voor de locaties waar nog geen koelteplekken in de buurt zijn, is er een prioritering gemaakt. Twee potentiele locaties zijn onderdeel van het woonzorgproject “omzien naar elkaar “. Bewoners mogen hier zelf via co-creatie een vorm aan geven om het nóg aantrekkelijker te maken.
Huisvesting aandachtsgroepen
In het eerste kwartaal van 2024 is de panden- en locatielijst opgeleverd voor kansrijke panden/locaties voor huisvesting van aandachtsgroepen. De Taskforce 'Realisatie' is inmiddels operationeel en gaat met de concretisering aan de slag. Door de taskforce zijn voor Oekraïne opvang inmiddels 2 locaties beschikbaar en een derde komt volgend jaar (1 april 2025) beschikbaar, dan zijn we wat Oekraïners betreft “in control”. Tussendoor komt daar nog een tijdelijke locatie (1 november 2024 – 1 april 2025) bij. Voor de opvang van ongeveer 200 asielzoekers zijn we momenteel in gesprek met de COA. Wat betreft statushouders, dit blijft een aandachtspunt. We zijn momenteel aan het kijken of meerdere personen ("verschillende huishoudens") in één huis van de Woonplaats kunnen worden gehuisvest. Ook wordt bekeken of doorstroomlocaties een optie kunnen zijn.
Uitbreidingslocatie’t Beggelder
Het college heeft op 10 oktober '24 ingestemd met de Ontwikkelvisie voor 't Beggelder. Deze visie vormt de basis voor een integrale ontwikkeling van het gebied. De ruimtelijke structuur van de wijk is op hoofdlijnen vastgelegd en er zijn uitgangspunten op de thema’s wonen, verkeer & mobiliteit, gezonde leefomgeving en klimaat & natuur. De ontwikkelvisie is mede tot stand gekomen op basis van input uit vier meedenkbijeenkomsten met onder meer omwonenden en afstemming met adviesinstanties en samenwerkingspartners. De afronding van de visie heeft daardoor enkele maanden langer geduurd. In het vierde kwartaal starten we met het opstellen van het Stedenbouwkundig plan.
Bedrijventerreinen
Uit het meest recente Regionale Programma Werklocaties (RPW) voor de regio Achterhoek 2024-2028 blijkt dat er tot en met 2030 behoefte is aan ongeveer 11 ha netto uitbreiding bedrijventerrein in onze gemeente. Voor de periode 2031-2040 komt daar naar verwachting een uitbreidingsbehoefte van 5 – 17 ha netto bij. Bij de kern Dinxperlo is tot 2030 nog voldoende uitgeefbare ruimte, de uitbreidingsmogelijkheden voor bedrijven in Aalten op het bestaande bedrijventerrein zijn echter zeer beperkt. Om lokale bedrijven en daarmee bestaande werkgelegenheid te behouden en economische groei te stimuleren, is het belangrijk om ruimte voor uitbreiding te bieden aan bedrijven in Aalten. Uit een verkenning naar locaties die uitgevoerd is door adviesbureau BCI blijkt het gebied ten westen van het bestaande bedrijventerrein ’t Broek de meest kansrijke locatie. Op basis van de uitkomsten van diverse aanvullende onderzoeken heeft het college besloten om het gebied ten zuidwesten van het bestaande bedrijventerrein en ten noorden van de Keizersbeek te ontwikkelen tot nieuw bedrijventerrein. Als de gemeenteraad hier ook mee instemt, wordt in 2025 de planvorming gestart. Daarbij zal de nodige aandacht worden besteed aan thema’s als energietransitie, circulariteit en klimaatadaptatie. Bedrijventerreinen kunnen namelijk een grote bijdrage leveren aan de doelstellingen voor deze onderwerpen. Dit geldt niet alleen voor nieuwe terreinen, maar zeker ook voor de bestaande. Er is een speerpuntennotitie ‘Op weg naar toekomstbestendige bedrijventerreinen’ opgesteld waarmee we in gesprek gaan met het bedrijfsleven. Dat gebeurt als eerste in de gebiedsgerichte gesprekken die in het kader van de nieuwe Omgevingsvisie worden gehouden.
Recreatie & Toerisme
Regionaal werken 8 gemeenten samen in de Vrijetijdsagenda Achterhoek, in 2025 zal Zutphen aansluiten en mogelijkerwijs ook Montferland, waarmee het aantal samenwerkende gemeenten zou groeien naar 10. Het huidige uitvoeringsprogramma behorend bij de regionale Vrijetijdsagenda is met een jaar verlengd en loopt eind 2024 af. Dit betekent dat een aantal bestaande projecten, al dan niet aangepast, langer doorgelopen.
Eind 2024 zal de herijkte regionale vrijetijdsagenda met uitvoeringsprogramma voor 2025 en verder worden vastgesteld. Daarbij wordt blijvend belang gehecht aan verhoging van de kwaliteit en vitaliteit van de vrije-tijdssector, vanwege de bijdrage die de sector levert aan de economie, leefbaarheid en aantrekkelijkheid van ons gebied/onze gemeente.
Regioarrangement.
Het Rijk heeft met alle provincies afspraken gemaakt over hoe de opgaven op het gebied van wonen, bereikbaarheid, energie, economie, landbouw en natuur, goed ruimtelijk kunnen inpassen en worden vertaald in een ruimtelijk voorstel. De provincie Gelderland heeft besloten haar ruimtelijk voorstel vanuit haar zeven regio’s op te bouwen op basis van een regioarrangement per regio. Op basis van dit ruimtelijk voorstel maakt de provincie wederkerige bestuurlijke afspraken met het rijk over de ruimtelijke inpassing en uitvoering van nationale opgaven inclusief wat daarvoor nodig is aan instrumenten en middelen. De uitspraken over het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) door het kabinet tijdens de algemene beschouwingen 2024, maken dat nader overleg tussen het rijk en de provincie noodzakelijk is; in ieder geval over middelen. Ondertussen wordt in de regio Achterhoek doorgewerkt om een Ruimtelijk Perspectief Achterhoek (RPA) op te stellen, wat recht doet aan de opgaven en de ambities in, en van de gemeenten in de Achterhoek.