Omschrijving (toelichting)
In de paragraaf lokale heffingen wordt ingegaan op de ontwikkelingen van de verschillende belastingen en heffingen en de consequenties voor onze inwoners en ondernemers. Daarbij wordt aandacht besteed aan de totstandkoming van de tarieven en de beleidskeuzes die daaraan ten grondslag liggen. Verder wordt inzicht gegeven in de mate van kostendekking van een heffing.
Voor de lokale heffingen zijn de onderwerpen zoals die genoemd zijn bij het vaststellen van de kaders van de begroting 2025, als uitgangspunt genomen. Voor de OZB is een opbrengstverhoging van 2,2% geraamd. De overige leges en rechten worden eveneens met 2,2% verhoogd. Uitzondering daarop zijn de afvalstoffenheffing en de rioolheffing, waarvoor 100% kostendekkendheid wordt aangehouden. De hondenbelasting die in 4 jaar wordt afgebouwd gaat naar de 3e stap (25% van het tarief 2022).
Wettelijke bepalingen
In de Gemeentewet staan de lokale heffingen die een gemeente mag heffen limitatief opgesomd. Deze heffingen worden verdeeld in algemene belastingen en rechten. De algemene belastingen zijn: onroerendezaakbelasting, hondenbelasting, reclamebelasting, forensenbelasting en toeristenbelasting. De opbrengsten van deze belastingen zijn door een gemeente vrij te besteden. De rechten zijn: afvalstoffenheffing, rioolheffing en diverse leges en overige rechten voor dienstverlening op verzoek. De tarieven van deze rechten moeten zodanig worden vastgesteld dat de opbrengsten de kosten voor het verlenen van de diensten niet overschrijden. Op grond van het BBV is een gemeente daarom verplicht een kostenonderbouwing op te nemen waaruit de maximale kostendekkendheid van 100% blijkt.