Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Algemeen

Terug naar navigatie - Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Algemeen

Deze paragraaf geeft een overzicht van die risico's, waarvoor geen of onvoldoende dekking is gegeven via een verzekering een reserve of een voorziening. Reguliere geringe risico's worden niet opgenomen, daarvoor is de begroting. Van de niet of onvoldoende gedekte risico's wordt via kans en geschatte schade de benodigde weerstandscapaciteit gepresenteerd.
Die benodigde capaciteit wordt vergeleken met de aanwezige weerstandscapaciteit. De ratio (in welke vorm dan ook) wordt weerstandsvermogen genoemd. De paragraaf moet daarbij ook aangeven wat het beleid is gericht op de dekking van risico’s, het voorkomen en het oplossen hiervan.
De paragraaf weerstandsvermogen geeft dus inzicht in: 
•    De mate waarin de gemeente belangrijke financiële risico’s loopt;
•    De financiële buffer (weerstandscapaciteit) die zij daarvoor achter de hand heeft.

De risico’s boven de € 250.000 staan in deze paragraaf. Daaronder zijn ze zeker ook van belang, maar moeten in de reguliere P&C cyclus worden opgevangen. 
Voor de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit worden de risico’s met een financieel negatief gevolg als onderstaand meegerekend:
1.    Risico’s met een structureel gevolg worden niet afzonderlijk verhoogd met een opslagfactor;
2.    Er wordt een zekerheidspercentage (kans dat het zich voordoet) van 90% gekozen;
3.    De uitkomst van de benodigde totale weerstandscapaciteit wordt vermenigvuldigd met 1.

De weerstandscapaciteit wordt afgezonderd van de algemene reserve, maar blijft wel onderdeel daarvan. Binnen de vastgestelde bandbreedte van 1 miljoen wijzigt deze niet.
Voor een beoordeling van het weerstandsvermogen worden in deze paragraaf de bedoelde risico’s geconfronteerd met de aanwezige weerstandscapaciteit.

1. Weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing - 1. Weerstandscapaciteit

De weerstandcapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet voorziene lasten te dekken, zonder dat de begroting (toewijzen van middelen) en het beleid (geformuleerde doelstellingen) aangepast moet worden. Het gaat om elementen waarmee tegenvallers bekostigd kunnen worden, zoals de algemene reserve, reserve zonder bestemming, reserve grondexploitatie, onbenutte belastingcapaciteit en de post onvoorziene uitgaven. Onderscheid wordt gemaakt in incidentele en structurele weerstandscapaciteit. Onder incidentele weerstandscapaciteit wordt verstaan de capaciteit die de gemeente heeft om eenmalige tegenvallers op te vangen, onder structurele weerstandscapaciteit worden de middelen verstaan die permanent inzetbaar zijn om tegenvallers op te vangen.

Bedragen x € 1.000
Bepaling van de weerstandscapaciteit
Incidentele weerstandscapaciteit
Rekeningresultaat
Het positieve resultaat
484
Vrij aanwendbare algemene reserve
De algemene reserve is de reserve waaraan de raad geen specifieke bestemming heeft gegeven en die een financiële bufferfunctie heeft. Deze reserve bestaat uit de algemene reserve en de reserve risico. Op dit moment is er nog niets bestemd.
20.109
Bestemmingsreserves
Deze reserves zijn beklemd maar kunnen in geval van hoge nood wel ingezet worden.
9.118
Stille reserve-effecten
De stille reserve in deze financiële vaste activa wordt niet meegenomen in de berekening, omdat de verhandelbaarheid van deze aandelen (Alliander, Vitens, BNG en ROVA) zeer beperkt is.
0
Stille reserve activa
Deze stille reserve bestaat uit de bezittingen waarvan de waarde bij verkoop hoger is dan de boekwaarde. Op basis van ervaring zetten we een derde deel in.
1.210
Totaal incidentele weerstandscapaciteit
30.921
Structurele weerstandscapaciteit
Onbenutte belastingcapaciteit
Hieronder wordt voor de OZB de ruimte opgenomen die er is tussen onze eigen tarieven en de normtarieven voor de zogenaamde artikel 12 gemeenten. De overige belastingen/heffingen zijn kostendekkend of van geringe betekenis.
5.057
Rentebaten algemene reserve vrij besteedbaar
Aangezien geen rente meer toegevoegd wordt aan de reserves is inzet niet mogelijk.
0
Onvoorzien (structureel)
350
Totaal structurele weerstandscapaciteit
5.407
Totaal beschikbare weerstandscapaciteit
36.328

2. Risico's

Terug naar navigatie - Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing - 2. Risico's

Het hebben van risico’s is inherent aan het uitoefenen van een organisatie zoals een gemeente. Het is echter van belang deze risico’s te kennen en hier goede maatregelen voor te treffen (verzekeren) dan wel risico’s te wegen bij het aangaan ervan of hier tijdig op in te spelen. Een overzicht van de risico’s wordt steeds geactualiseerd. De basis daarvoor zijn de teams en de medewerkers. Alle risico’s worden beschreven en gekwantificeerd in een groslijst. 
De grootste risico’s, boven de € 250.000 worden afzonderlijk genoemd in deze nota.
Bij een zekerheidsniveau van 90% is de aan te houden reserve voor de gemeente Aalten volgens de nieuwe berekening € 4,45 miljoen. Dit houdt in dat, als de gemeente Aalten dit bedrag als reserve op haar balans aanhoudt, zij in 90 van de 100 jaar voldoende risicoreserves heeft om de schades op te vangen. In de begroting zijn de meest actuele risico’s opgenomen.

Risico’s boven de € 250.000
Mogelijk gevolg
Budgettaire tekorten bij (verbonden) partijen waar door de gemeente uitbestede gemeentelijke taken zijn neergelegd
Politieke druk om financiële steun te
250
bieden of mee te moeten in een bij meerderheid genomen Regio-besluit
Integriteit/intimidatie/grensoverschrijdende problemen
Gevolgschades
250
Virusaanvallen op ICT-gebied,
Dataverlies en herstelkosten
2.000
hacks, thuiswerken, datalekken
Mogelijke afkoopsom
Gevolgschades
Natuur en flora, klimaat, rampen
Weersinvloeden, droogte bomen, exoten en dergelijke ook overige calamiteiten boven de verzekerde waarde
250
Bodemsanering
Drugsafval, Slakken en PFAS
250
Nieuwkomers, taakstelling uit Spreidingswet
Tekort opvang
250
Extra aanwijzingen Rijk
Extra vraag onderwijs, leerlingenvervoer en zorgbehoefte
Wachtgeld wethouders: bij stoppen 1 of meerdere wethouders ongeacht reden
Voor zittende wethouders mag volgens het BBV geen voorziening meer bestaan
700
Gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid
Eigen risicodrager WGA/gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid
500
personeel
Totaal van de ingeschatte risico’s boven de € 250.000
4.450

Het terugbrengen van de reserves naar dit niveau is niet wenselijk, aangezien er niet voorzienbare toekomstige ontwikkelingen zijn die mogelijk leiden tot additionele risico’s in de toekomst. Een aanvullende buffer is daarom gewenst. Deze noodzakelijke buffer is op basis van ervaring opgenomen voor een percentage van het begrotingstotaal. Dit komt neer op een buffer van € 8 miljoen.

3. Weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing - 3. Weerstandsvermogen

Het vermogen van een gemeente om tegenvallers op te vangen zonder dat de continuïteit van deze gemeente in gevaar komt. Dit wordt uitgedrukt als de verhouding tussen de beschikbare en de benodigde weerstandscapaciteit. Het weerstandsvermogen is van belang voor het bepalen van de gezondheid van de financiële positie van onze gemeente voor het begrotingsjaar, maar ook voor de meerjarenraming.

Ratio weerstandsvermogen 2026 =
Beschikbare weerstandscapaciteit
Benodigde weerstandscapaciteit
Weerstandscapaciteit, incidenteel
30.921
Weerstandscapaciteit, structureel
5.407
Totaal beschikbare weerstandscapaciteit
36.328
Gekwantificeerde risico’s
4.450
Totale benodigde weerstandscapaciteit
4.450
Saldo/overschot
31.878
Ratio onder andere gehanteerd door provincie
8,16
>2
Uitstekend
1,0 - 1,4
voldoende
0,6 - 0,8
Onvoldoende
1,4 - 2,0
Ruim voldoende
0,8 - 1,0
Matig
< 0,6
Ruim Onvoldoende

De uitkomst van de ratio (8,16) is uitstekend en wat hoger dan de jaarrekening 2024 (6,76). Dit komt met name door een verlaging van de gekwantificeerde risico’s. Hierbij moet opgemerkt worden dat deze ratio altijd een momentopname betreft. De ratio lijkt en is mooi, maar de solvabiliteit van de gemeente houdt nog niet over, zie ook onderstaand. In de nota wordt dan ook gesteld dat hier de komende jaren aandacht voor moet zijn en blijven. We streven naar een getal boven de 50% voor de solvabiliteit.

Verplichte kengetallen

Terug naar navigatie - Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Verplichte kengetallen

Onderstaande kengetallen helpen bij het verkrijgen van inzicht in de financiële positie van een gemeente. Deze kengetallen geven aan hoe we er als gemeente voor staan. De categorieën zijn gebaseerd op de norm van de provincie (groen is voldoende, oranje matig en rood onvoldoende). 

Verplicht voorgeschreven
Werkelijk 2024
Raming na wijziging 2025
Begroot 2026
Begroot 2027
Begroot 2028
Begroot 2029
kengetallen
1a. Netto schuldquote (NS)
24,30%
41,10%
52,90%
58,20%
58,00%
57,60%
1b. NS gecorrigeerd voor alle leningen
12,80%
30,50%
41,80%
46,90%
46,90%
46,40%
2. Solvabiliteitsratio
44,20%
34,10%
30,40%
28,80%
27,20%
26,10%
3. Structurele exploitatieruimte
-2,40%
-0,60%
1,10%
-0,40%
-2,30%
-1,90%
4. Grondexploitatie
0,70%
1,70%
0,60%
0,40%
-0,90%
-0,90%
5. Belastingcapaciteit
68,30%
70,50%
76,40%
76,40%
76,40%
76,40%
6. Liquiditeit
1,14
0,51
0,5
0,5
0,51
0,58

Norm provincie Gelderland

Terug naar navigatie - Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Norm provincie Gelderland
Norm provincie Gelderland
Categorie A
Categorie B
Categorie C
1a.
Netto schuldquote (NS)
tot 90%
tussen 90% tot 135%
hoger dan 135%
1b.
NS gecorrigeerd voor alle leningen
tot 90%
tussen 90% tot 135%
hoger dan 135%
2.
Solvabiliteitsratio
hoger dan 50%
tussen 20% tot 50%
kleiner dan 20%
3.
Structurele exploitatieruimte
begroting en meer-jaren hoger dan 0%
begroting of meerjaren hoger dan 0%
begroting en meer-jaren kleiner dan 0%
4.
Grondexploitatie
tot 20%
tussen 20% tot 35%
hoger dan 35%
5.
Belastingcapaciteit
tot 95%
tussen 95% tot 105%
hoger dan 105%

Toelichting verplichte kengetallen

Terug naar navigatie - Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Toelichting verplichte kengetallen

De solvabiliteitsratio geeft weer in hoeverre gemeentelijke bezittingen met eigen middelen betaald/gefinancierd zijn. Die ratio neemt steeds verder af, als gevolg van de tekorten in 2026, 2027 en 2028. Kanttekening bij de kengetallen is dat het altijd momentopnames zijn en blijven.