Algemeen

Terug naar navigatie - Paragraaf Financiering - Algemeen

De paragraaf Financiering in de begroting behandelt de beleidsplannen voor het komende jaar en de paragraaf Financiering in het jaarverslag gaat in op de resultaten van de beleidsuitvoering. De financiering is geregeld in het treasurystatuut dat iedere vier jaar door de raad wordt vastgesteld. In 2025 is het treasurystatuut opnieuw geactualiseerd. Dit statuut vormt de basis voor het treasurybeheer. Voor een goede uitvoering van de treasuryfunctie is het tijdig, juist en volledig beschikbaar hebben van financiële informatie van groot belang. Deze informatie wordt gebruikt voor het opstellen van een liquiditeitsplanning. Op basis van deze planning wordt geld aangetrokken of tijdelijk weggezet. Een belangrijke factor bij het uitvoeren van de treasuryfunctie is de renteverwachting op de geld- en kapitaalmarkt. Hiervoor wordt gekeken naar informatie van de grote Nederlandse banken waaronder de BNG maar ook het Centraal Planbureau en de Europese Centrale Bank (ECB). 

Vanaf de zomer 2024 werd er een gestage daling van de kapitaalmarktrente ingezet. Begin 2025 was er een korte opleving door een combinatie van geopolitieke spanningen, economische onzekerheden en grote investeringsplannen van overheden. Vanaf maart 2025 zien we weer een daling van de kapitaalmarktrente als gevolg van verdere renteverlagingen van de ECB door afnemende inflatie en tegenvallende economische groei in de gehele Eurozone. 
De kapitaalmarkrente ligt medio 2025 net tegen de 3% aan. Deze rente wordt sterk beïnvloed door factoren als economische groei, inflatie en monetair beleid. De verwachting is dat deze factoren in de nabije toekomst een verlagend effect kunnen hebben op de lange rente. Maar het is omgeven door veel onzekerheden. Daarom hebben we voor 2026 voorlopig 3% aangehouden voor de rente op lange geldleningen. Het belangrijkste rentetarief van de ECB staat halverwege 2025 op 2% en de verwachting is dat de ECB de rente dit jaar nog verder gaat verlagen wat op termijn weer effect kan hebben op de kapitaalmarktrente.

De deelfuncties van treasury zijn: kasbeheer, risicobeheer en gemeentefinanciering.

1. Kasbeheer

Terug naar navigatie - Paragraaf Financiering - 1. Kasbeheer

Het kasbeheer behelst het geldstromenbeheer en het saldo- en liquiditeitenbeheer. Belangrijk is dat we aan de betalingsverplichtingen kunnen blijven voldoen. Met de BNG Bank heeft de gemeente een doorlopende financieringsovereenkomst afgesloten. Daarin is onder meer de kortkredietverlening geregeld. Deze overeenkomst is een belangrijk sturingsinstrument. In verband met een mogelijke wijziging van de basisrente in de toekomst is vanaf 2021 een terugvalbepaling aan deze overeenkomst toegevoegd. Het betalingsverkeer wordt zoveel mogelijk uitgevoerd bij één bank, de BNG Bank.

2. Risicobeheer

Terug naar navigatie - Paragraaf Financiering - 2. Risicobeheer

Dit onderdeel geeft inzicht in het risicoprofiel van de organisatie en is het kernonderdeel van de paragraaf Financiering. De belangrijkste risico’s zijn renterisico, koersrisico en kredietrisico, waarbij de wet Fido een aantal indicatoren gedefinieerd heeft waarbinnen overheden moeten opereren. 

Kasgeldlimiet
Het renterisico op kortlopende financiering (looptijd korter dan één jaar) wordt ingeperkt door de kasgeldlimiet. Met name voor kortlopende financiering kan het renterisico groot zijn. Wijzigingen op de korte rente hebben direct invloed op de rentelasten. De totale omvang van de vlottende schuld is gebonden aan een maximum van 8,5% van de jaarbegroting bij aanvang van het dienstjaar. Dit is de kasgeldlimiet. De aangetrokken vlottende schuld mag deze limiet in principe niet overschrijden. Als de gemiddelde liquiditeitspositie van drie achtereenvolgende kwartalen de kasgeldlimiet toch overschrijdt, dient de toezichthouder op de hoogte te worden gesteld en moet een plan worden ingediend om weer aan de limiet te voldoen.

De verwachting is dat de kasgeldlimiet in 2026 niet wordt overschreden.

bedragen x € 1.000
Berekening Kasgeldlimiet
1. Begrotingstotaal 2026 (inclusief mutaties reserves)
94.581
2. Het bij ministeriële regeling vastgesteld percentage
8,50%
3. Kasgeldlimiet (1x2)
8.039

Renterisiconorm 


De renterisiconorm beoogt het risico van rentewijziging bij herfinanciering van de vaste schuld (looptijd langer dan één jaar) te beheersen. Hoe meer de aflossing van de schuld in tijd gespreid wordt, hoe minder gevoelig de begroting wordt voor renteschokken bij renteherziening en herfinanciering. De mate van deze spreiding wordt uitgedrukt in de renterisiconorm. De renterisiconorm bedraagt 20% van het begrotingstotaal. 

De renterisiconorm beoogt het risico van rentewijziging bij herfinanciering van de vaste schuld (looptijd langer dan één jaar) te beheersen. Hoe meer de aflossing van de schuld in tijd gespreid wordt, hoe minder gevoelig de begroting wordt voor renteschokken bij renteherziening en herfinanciering. De mate van deze spreiding wordt uitgedrukt in de renterisiconorm. De renterisiconorm bedraagt 20% van het begrotingstotaal. 

bedragen x € 1.000
Variabelen renterisiconorm
2026
1. Renteherzieningen
0
2. Aflossingen
4.828
3. Renterisico (1+2)
4.828
4. Renterisiconorm
18.916
5a = (4>3) Ruimte onder de renterisiconorm
14.088
Berekening renterisiconorm
2026
4a Begrotingstotaal (inclusief mutaties reserves)
94.581
4b Percentage regeling
20%
4. Renterisiconorm: (4a x 4b/100)
18.916

Uit voorgaand overzicht blijkt dat verwacht wordt, dat het renterisico op de vaste schuld ruim binnen de wettelijk vastgestelde kaders blijft.

In onderstaand renteschema wordt inzicht gegeven in de rentelasten van de externe financiering, het renteresultaat en de wijze van rentetoerekening. 

bedragen x € 1.000
Renteschema
De externe rentelasten over de korte en lange financiering
765
De externe rentebaten (idem)
-182
Saldo rentelasten en rentebaten
583
Rente die wordt doorberekend aan facilitaire grondexploitaties
0
Rente die wordt toegerekend aan taakvelden via projectfinanciering
0
Rentebaat van doorverstrekte leningen
0
0
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente
0
Rente over eigen vermogen
0
Rente over voorzieningen
0
0
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente
583
583
De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) 0,84%
0
Renteresultaat op het taakveld treasury

Koersrisicobeheer
De koersrisico’s van de gemeente Aalten zijn nagenoeg nihil. Met de invoering van het schatkistbankieren, mag de gemeente overtollige middelen alleen in de schatkist aanhouden. Hetzij in rekening courant hetzij via deposito’s. Over de middelen die de gemeente in de schatkist aanhoudt, vergoedt de schatkist rente. Deze rente ligt over het algemeen iets lager dan de rente op de geld- en kapitaalmarkt. Daar staat tegenover dat ook geen beleggingsrisico meer wordt gelopen. 

Kredietrisicobeheer
Voor wat betreft het kredietrisicobeheer (of debiteurenrisicobeheer) worden niet of nauwelijks problemen verwacht. Daar waar nodig zijn voorzieningen getroffen. Regelmatig wordt de hoogte van de voorziening beoordeeld en indien nodig aangepast. 

3. Gemeentefinanciering

Terug naar navigatie - Paragraaf Financiering - 3. Gemeentefinanciering

De financieringspositie van de gemeente en de daarbij behorende financieringsbehoefte wordt voor een groot deel bepaald door het verloop van de geplande investeringen en de aflossing op leningen. Er wordt naar gestreefd de benodigde leningen tegen zo gunstig mogelijke condities aan te trekken. Daartoe wordt bij het afsluiten van leningen rekening gehouden met de bestaande liquiditeitsplanning, de rentevisie en de renterisiconorm.
In 2026 wordt op bestaande vaste geldleningen € 4,8 miljoen afgelost. Voor nieuwe investeringen is ongeveer € 5 miljoen nodig. In totaal dus een behoefte aan extra geld van ongeveer € 10 miljoen. Dit is in onderstaand overzicht verwerkt. De tarieven voor lang geld zijn momenteel redelijk stabiel maar naar verwachting gaan die in de toekomst licht dalen. Vooralsnog gaan we uit van een tarief van 3,0% voor lang geld. Indien mogelijk wordt zo lang mogelijk met (goedkoper) kort geld gefinancierd. Dat wil zeggen via kasgeld en krediet in rekening courant. 

bedragen x € 1.000
Mutaties leningenportefeuille
Bedrag
Gemiddelde rente
Stand per 1 januari 2026
29.965
1,99
Nieuwe leningen (conversie)
0
0
Nieuwe leningen (financieringsbehoefte)
10.000
3
Reguliere aflossingen
-4.828
0
Vervroegde aflossingen (conversie)
0
0
Stand per 31 december 2026
35.137
2,13

Ongeveer € 5 miljoen van de totaalschuld per 31 december 2025 betreft het aandeel verstrekte hypotheken. Hiervoor wordt een rentevergoeding ontvangen. Per saldo heeft de gemeente circa € 25 miljoen aan vaste schuld per 1 januari 2026.

Schatkistbankieren
Alle decentrale overheden zijn verplicht (wet Fido) om hun overtollige liquide middelen aan te houden in de schatkist bij het ministerie van Financiën. De drempel voor het verplicht schatkistbankieren is vastgesteld op 2% van het begrotingstotaal inclusief mutaties op de reserves. Dit deel mag buiten de schatkist worden gehouden. Voor Aalten is de drempel voor 2026 berekend op € 1,88 miljoen. Over de middelen die worden aangehouden in de schatkist wordt normaal gesproken rente vergoed. De schatkist biedt geen leen- of roodstandfaciliteit aan. 
Door de jaren heen maken wij relatief gezien weinig gebruik van de schatkist. Dit is de laatste jaren wel wat meer geworden. Dit komt met name door forse rijksbijdragen voor onder meer Oekraïne-opvang die niet direct hoeven te worden ingezet. De financieringsbehoefte wordt zo goed mogelijk afgestemd op de te verwachten investeringen en aflossingen.