Paragraaf Financiering

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

De Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) geeft de kaders aan waarbinnen decentrale overheden de treasuryactiviteiten moeten uitvoeren. De wet verplicht gemeenten om een treasurystatuut op te stellen waarin de treasuryfunctie verder is uitgewerkt. Het treasurystatuut is in 2021 geactualiseerd en loopt vier jaar door. Centraal in het statuut staat het beheersen van risico’s, maar ook financiering en betalingsverkeer maken hier onderdeel van uit. De treasuryfunctie dient uitsluitend de publieke taak en het beheer is prudent. Het doel is een verantwoord en optimaal resultaat te bereiken tussen kosten en risico. 

Interne ontwikkelingen
Om de treasuryfunctie goed te kunnen uitvoeren is het tijdig, juist en volledig beschikbaar hebben van financiële informatie van groot belang. Deze informatie wordt vervat in een liquiditeitsplanning. Naast de geraamde lasten en baten uit de begroting zijn in deze planning onder meer de aflossingen op vaste geldleningen en de voorgenomen investeringen uit de begroting opgenomen. Op basis van deze planning en uiteraard de nieuwe ontwikkelingen in de loop van het boekjaar, wordt geld aangetrokken en/of weggezet. Dit is afgelopen jaar ook weer gebeurd. Er hebben zich in 2022 geen bijzondere interne ontwikkelingen voorgedaan die van invloed zijn geweest op de financieringsfunctie. 

Externe ontwikkelingen
Een belangrijke factor bij het uitvoeren van het treasurybeleid is het renteverloop. Informatie over de rente wordt verkregen van de grote Nederlandse banken (waaronder de BNG) en het CPB. De prognose voor 10 jaar rente werd ingeschat op 0,5% eind 2022. In werkelijkheid lag deze rente eind 2022 rond de 2,8%, fors hoger dan voorzien. De herfinancieringsrente, sterk bepalend voor de korte rente, was door de ECB in maart 2016 verlaagd tot 0%. Eind 2022 stond deze rente op 2,5%. In verband met de torenhoge inflatie in 2022 onder meer als gevolg van de oorlog in Oekraïne en de fors gestegen energieprijzen, zag de ECB zich genoodzaakt om de rentetarieven op de geldmarkt vanaf eind juli stapsgewijs te verhogen. De kapitaalmarkt reageert hierop waardoor ook de tarieven voor lang geld aanzienlijk zijn gestegen.  

Als gevolg van de wettelijke eisen wordt in de treasuryparagraaf bij het jaarverslag informatie gegeven over de volgende onderwerpen:
1.    Kasbeheer    3.    Gemeentefinanciering
2.    Risicobeheer    4.    Schatkistbankieren

1. Kasbeheer

Terug naar navigatie - 1. Kasbeheer

Het kasbeheer behelst het geldstromenbeheer en het saldo- en liquiditeitenbeheer. Met behulp van de liquiditeitsplanning wordt erop toegezien dat de liquiditeitspositie voldoende is en blijft om aan de betalingsverplichtingen te kunnen voldoen. De gemeente heeft daarvoor onder meer een financieringsovereenkomst met de BNG gesloten. Daarin is het krediet- en het depotarrangement evenals het betalingsverkeer geregeld. De kredietlimiet is vastgesteld op € 3 miljoen en de intra-daglimiet op € 5 miljoen. Er wordt daarbij voor gewaakt dat de kredietlimiet en de intra-daglimiet bij de BNG niet worden overschreden, omdat daar forse rentevergoedingen (2% en 5%) tegenover staan. In 2022 is wederom zoveel mogelijk met kort geld gefinancierd. Dit gebeurde zowel via de rekening courant bij de BNG als met kasgeldleningen. Na de zomervakantie veranderde dit beeld. Door de renteverhogingen van de ECB was het al snel gebeurd met de negatieve rente waardoor financiering via rekening-courant steeds duurder werd. 

2. Risicobeheer

Terug naar navigatie - 2. Risicobeheer

Hieronder wordt inzicht verstrekt in het risicoprofiel van de gemeente. Het risicobeheer omvat alle activiteiten die zich richten op het beheersen van financiële risico’s waarvan de belangrijkste zijn: 
renterisico, koersrisico en kredietrisico. 

Renterisico
In de navolgende overzichten zijn de renterisico’s op de korte (A) en lange (B) schuld getoetst aan de wettelijke normen uit hoofde van de Wet Fido en is het renteschema opgenomen (C). 
A)    De kasgeldlimiet geeft het renterisico op de korte termijn weer. Hieronder vallen alle kortlopende financieringen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar. De kasgeldlimiet wordt berekend als een percentage (8,5%) van het begrotingstotaal, zijnde de totale lasten op de begroting, en geeft het bedrag weer dat de gemeente maximaal met kort geld mag financieren. Als deze limiet drie achtereenvolgende kwartalen wordt overschreden moeten er maatregelen worden genomen, bijvoorbeeld door het aantrekken van een langlopende lening. 


Uit het overzicht hieronder blijkt dat de kasgeldlimiet in 2022 niet is overschreden. 

 

bedragen x € 1.000
Kasgeldlimiet 2022 Kwartaal 1 Kwartaal 2 Kwartaal 3 Kwartaal 4
Omvang begroting per 1-1-2022 65.292 65.292 65.292 65.292
1. Toegestane kasgeldlimiet (8,5%) 5.550 5.550 5.550 5.550
2. Vlottende korte schuld
Maand 1 1.421 2.487 464 0
Maand 2 4.097 2.000 1.784 0
Maand 3 3.550 1.974 0 0
3. Vlottende middelen
Maand 1 29 78 33 1.629
Maand 2 29 177 2.040 2.488
Maand 3 94 1.053 1.196 2.034
4. Saldo (2-3)
Maand 1 1.392 2.409 431 -1.629
Maand 2 4.068 1.823 -256 -2.488
Maand 3 3.456 921 -1.196 -2.034
5. Gemiddelde saldo 2.972 1.718 -340 -2.050
Ruimte (+) Overschrijding (-) (1-5) 2.578 3.832 5.890 7.600

B)    De renterisiconorm stelt een kader om het risico van renteschommelingen zoveel mogelijk te beheersen. De beheersing bestaat eruit dat de herfinanciering gelijkmatig gespreid moet worden. In enig jaar mag over niet meer dan 20% van de totale leningenportefeuille renteherziening plaats vinden. De renterisiconorm schrijft voor hoeveel er maximaal geleend mag worden voor een periode langer dan 1 jaar. De in 2022 gerealiseerde renterisiconorm wordt in onderstaande tabel weergegeven, hieruit blijkt dat in 2022 ruimschoots binnen de norm is gebleven. ing.

bedragen x € 1.000
Variabelen renterisico (norm) 2022 Berekening renterisiconorm
1. Renteherzieningen 0 4a. Begrotingstotaal 65.292
2. Aflossingen 3.788 4b. Percentage regeling 20%
3. Renterisico (1+2) 3.788 4. Renterisiconorm (4a*4b) 13.058
4. Renterisiconorm 13.058
5a Ruimte onder de renterisiconorm (4-3) 9.270

C)    Renteschema. In het volgende schema wordt inzicht gegeven in de rentelasten van de externe financiering, het renteresultaat en de wijze van rentetoerekening. 

bedragen x € 1.000
Renteschema 2022
De externe rentelasten over de korte en lange financiering 378
De externe rentebaten -184
Saldo rentelasten en rentebaten 194
Rente die wordt doorberekend aan de grondexploitatie -7
Rente die wordt toegerekend aan taakvelden via projectfinanciering 0
Rentebaat van doorverstrekte leningen 0
-7
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente 187
Rente over eigen vermogen 0
Rente over voorzieningen 0
0
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente 187
De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) 188
Renteresultaat op het taakveld treasury 1

Koersrisicobeheer
De koersrisico’s van de gemeente Aalten zijn beperkt, omdat na de invoering van het schatkistbankieren overtollige middelen alleen kunnen worden aangehouden in rekening courant bij de staat, via deposito’s in de schatkist of onderling kunnen worden uitgeleend aan andere decentrale overheden. Eventuele uitzettingen worden afgestemd op de liquiditeitsplanning en hebben veelal een relatief korte looptijd. Er is in 2022 minimaal geld aangehouden in de schatkist van het Rijk. Er zijn geen deposito’s aangegaan en er is verder geen geld uitgeleend. Behoudens leningen verstrekt namens de gemeente en door het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederland.

Kredietrisicobeheer
Kredietrisicobeheer is het beheersen van de risico’s die voortvloeien uit de mogelijkheid op een waardedaling van de vorderingspositie ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij. 
De gemeente loopt met betrekking tot de verstrekte geldleningen (waaronder hypotheken) beperkt risico. Er wordt ten aanzien van overige debiteuren een actief beleid gevoerd. Indien nodig wordt een voorziening getroffen. Voor een aantal debiteurengroepen (algemene debiteuren, maar ook belasting- en bijstandsdebiteuren) is dit gebeurd en zijn zodoende de risico’s afgedekt. Ieder jaar met de opmaak van de jaarrekening worden de debiteuren beoordeeld en wordt indien nodig de voorziening bijgesteld. Dit is ook nu weer gebeurd. Het totaal van de voorziening dubieuze debiteuren bedraagt eind 2022 afgerond € 79.000 ten opzichte van € 88.000 eind 2021.

3. Gemeentefinanciering

Terug naar navigatie - 3. Gemeentefinanciering

De financieringspositie van de gemeente en de daarbij behorende financieringsbehoefte wordt voor een groot deel bepaald door het verloop van de investeringen en de aflossingsverplichtingen. Bij het afsluiten van leningen wordt rekening gehouden met de bestaande liquiditeitsplanning, de rentevisie, de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. In de begroting was rekening gehouden met een financieringsbehoefte van ongeveer € 5 miljoen. Waarbij daarnaast zolang en zoveel mogelijk met kort geld zou worden gefinancierd in verband met de op dat moment nog steeds bestaande negatieve rente. Er was lang voldoende financiële ruimte. Met name door forse uitkeringen via het gemeentefonds en het doorschuiven van geplande investeringen. Daarom is pas eind 2022 een vaste geldlening aangetrokken maar dan van € 3 miljoen. 

De investeringen in duurzame goederen betrof ongeveer € 2,7 miljoen. Hieronder volgt een opsomming van de grootste investeringen in 2022: 
-    Overkapping werf € 44.000;
-    Aanschaf diverse vervoermiddelen buitendienst € 162.000;
-    Reconstructie diverse wegen en riolering waaronder Oranjestraat Bredevoort, Driessenshof Aalten en de Welinkweg in Dinxperlo, € 2.4 miljoen.

In onderstaand overzicht worden de mutaties weergegeven die zich in 2022 hebben voorgedaan in de leningenportefeuille.  

Het aandeel van de totale schuld per 31 december 2022 met betrekking tot verstrekte hypotheken bedraagt € 5,4 miljoen.

bedragen x € 1.000
Mutaties leningen portefeuille 2022 Bedrag Gemiddelde rente
Stand per 1 januari 2022 28.856 1,50%
Nieuwe leningen (conversie) 0 0
Nieuwe leningen (financieringsbehoefte) 3.000 3,32%
Reguliere aflossingen 3.788 0
Vervroegde aflossingen (conversie) 0 0
Stand per 31 december 2022 28.068 1,61%

Schatkistbankieren
Vanaf 15 december 2013 is iedere decentrale overheid verplicht om de overtollige middelen in de schatkist aan te houden. Met deze wet beoogt de wetgever een bijdrage te leveren aan de vereiste daling van de EMU-schuld voor de Nederlandse overheid door de overtollige liquiditeiten van decentrale overheden zoveel mogelijk te bundelen binnen de overheidssfeer. Er zijn enkele uitzonderingen. De belangrijkste is het drempelbedrag. De gemeente mag gemiddeld over het hele kwartaal maximaal het drempelbedrag buiten de schatkist houden. Voor Aalten is deze drempel voor 2022 berekend op € 1.306.000 zijnde 2% van het begrotingstotaal. Er is in 2022 beperkt geld aangehouden in de schatkist. Uit de volgende grafiek blijkt dat we het drempelbedrag in 2022 niet hebben overschreden.