Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Algemeen
De paragraaf weerstandsvermogen geeft inzicht in:
- de mate waarin de gemeente belangrijke financiële risico’s loopt;
- de financiële buffer (weerstandscapaciteit) die zij daarvoor achter de hand heeft.
Voor een beoordeling van het weerstandsvermogen worden in deze paragraaf de bedoelde risico’s geconfronteerd met de aanwezige weerstandscapaciteit.
1. Weerstandscapaciteit
Met weerstandscapaciteit worden al die elementen bedoeld waarmee tegenvallers kunnen worden opgevangen, zonder dat het beleid moet worden aangepast. Door de financiële risico's te beheersen en het weerstandsvermogen hierop af te stemmen, moet worden voorkomen dat elke nieuwe financiële tegenvaller dwingt tot bezuinigen.
De weerstandscapaciteit kan worden onderverdeeld in structurele en incidentele weerstandcapaciteit. De structurele weerstandscapaciteit bestaat uit structurele middelen in de begroting waarmee optredende risico’s kunnen worden opgevangen. De incidentele weerstandscapaciteit bestaat uit vrij besteedbare middelen die eenmalig kunnen worden aangewend.
bedragen x € 1.000 | ||
Bepaling van de weerstandscapaciteit | ||
Incidentele weerstandscapaciteit | ||
Rekeningresultaat | Het positieve resultaat | 3 |
Vrij aanwendbare algemene reserve | De algemene reserve is de reserve waaraan de raad geen specifieke bestemming heeft gegeven en die een financiële bufferfunctie heeft. Op dit moment is hiervan nog niets bestemd. | 13.058 |
Bestemmingsreserves | Deze reserves zijn beklemd. | 0 |
Stille reserves effecten | De stille reserve in deze financiële vaste activa wordt niet meegenomen in de berekening, omdat de verhandelbaarheid van deze aandelen (Alliander, Vitens, BNG en ROVA) zeer beperkt is. | 0 |
Stille reserves activa | Deze stille reserve bestaat uit de bezittingen waarvan de waarde bij verkoop hoger is dan de boekwaarde. Op basis van ervaring zetten we een derde deel in. | 888 |
Totaal incidentele weerstandscapaciteit | 13.949 | |
Structurele weerstandscapaciteit | ||
Onbenutte belastingcapaciteit | Hieronder wordt voor de OZB de ruimte opgenomen die er is tussen onze eigen tarieven en de normtarieven voor de zogenaamde artikel 12 gemeenten. De overige belastingen/heffingen zijn kostendekkend of van geringe betekenis. | 1.564 |
Rentebaten algemene reserve vrij besteedbaar | Aangezien er geen rente meer toegevoegd wordt aan de reserves is inzet niet mogelijk. | 0 |
Onvoorzien (structureel) | 200 | |
Totaal structurele weerstandscapaciteit | 1.764 | |
Totaal beschikbare weerstandscapaciteit | 15.713 |
2. Risico's
Het hebben van risico’s is inherent aan het uitoefenen van een organisatie zoals een gemeente. Het is echter van belang deze risico’s te kennen en hier adequate maatregelen voor te treffen (verzekeren) dan wel risico’s te wegen bij het aangaan ervan of hier tijdig op in te spelen. Een overzicht van de risico’s wordt steeds geactualiseerd. De 25 belangrijkste risico’s worden beschreven en gekwantificeerd. De tien grootste worden afzonderlijk genoemd. Bij een zekerheidsniveau van 99% is de aan te houden reserve voor de gemeente Aalten volgens de nieuwe berekening € 5,3 miljoen. Dit houdt in dat, als de gemeente Aalten dit bedrag als reserve op haar balans aanhoudt, zij in 99 van de 100 jaar voldoende reserves heeft om de schades op te vangen, maar in één jaar is er niet genoeg. In de begroting zijn de meest actuele risico’s opgenomen.
Het terugbrengen van de reserves naar dit niveau is niet wenselijk, aangezien er niet voorzienbare toekomstige ontwikkelingen kunnen zijn die mogelijk leiden tot additionele risico’s in de toekomst. Een aanvullende buffer is daarom gewenst. Deze noodzakelijke buffer is op basis van ervaring opgenomen voor een bedrag van het begrotingstotaal. Dit komt neer op een buffer van € 6,2 miljoen.
Risico | Mogelijk gevolg | % |
Budgettaire tekorten bij partijen waar gemeentelijke taken zijn neergelegd | Politieke druk om financiële steun te bieden | 8,60% |
Uitvoering van raadsbesluit inzake regionale (en lokale) woonagenda en kernenfoto's | Door demografische ontwikkelingen andere | 6,50% |
vastgoedvraag, hierdoor waardedaling | ||
Essenziekte, droogte, eikenprocessierups eikenbomen (>50%)=> veel dode bomen | Kappen bomen | 5,80% |
Financieel | ||
Budget- Participatiewet | Overschrijding budget | 5,40% |
Beleid aanpassen | ||
Budget- Jeugdzorg | Overschrijding budget | 5,40% |
Beleid aanpassen | ||
Budget - Wmo | Overschrijding budget | 5,40% |
Beleid aanpassen | ||
Virusaanvallen op ICT-gebied | Dataverlies | 5,40% |
Uitval /verlies van productie (algemeen) | ||
Algemene uitkering - bezuiniging Rijk | Financieel (bezuinigingen of belasting omhoog) | 4,30% |
Regionale afstemming in het sociale domein | Financieel - zeggenschap - bevoegdheden | 4,30% |
Aanstellingstermijnen van | Onverwachte bestuursopdrachten waarvoor geen of onvoldoende gelden beschikbaar zijn | 4,30% |
raadsleden | ||
Totaal van de tien grootste risico’s (55% van het totale risicoprofiel) | 2.900 | |
Totaal overige risico’s (45% van het totale risicoprofiel) | 2.400 | |
Totaal alle risico’s | 5.300 |
3. Weerstandsvermogen
Het vermogen van een gemeente om tegenvallers op te vangen zonder dat de continuïteit van deze gemeente in gevaar komt. Dit wordt uitgedrukt als de verhouding tussen de beschikbare en de benodigde weerstandscapaciteit. Het weerstandsvermogen is van belang voor het bepalen van de gezondheid van de financiële positie van onze gemeente voor het begrotingsjaar, maar ook voor de meerjarenraming.
De uitkomst van de ratio (1,37) is voldoende en is ten opzicht van vorig jaar (1,38) nagenoeg gelijk gebleven. Hierbij dient wel opgemerkt te worden dat deze ratio altijd een momentopname betreft.
Ratio weerstandsvermogen 2020 = | Beschikbare weerstandscapaciteit | ||||
Benodigde weerstandscapaciteit | |||||
Weerstandscapaciteit, incidenteel | 13.949 | ||||
Weerstandscapaciteit, structureel | 1.764 | ||||
Totaal beschikbare weerstandscapaciteit | 15.713 | ||||
Gekwantificeerde risico’s | 5.300 | ||||
Buffer Aalten norm | 6.200 | ||||
Totale benodigde weerstandscapaciteit | 11.500 | ||||
Saldo/overschot | 4.213 | ||||
Ratio onder andere gehanteerd door provincie | 1,37 | ||||
>2 | 0 | 0,8 – 1,0 | 0 | Voldoende | |
1,4 – 2,0 | 0 | 0,6 – 0,8 | 0 | ||
1,0 – 1,4 | 0 | < 0,6 | 0 |
Verplichte kengetallen
Deze kengetallen helpen bij het verkrijgen van inzicht in de financiële positie van een gemeente. In de
onderstaande tabel staan de uitkomsten.
Verplicht voorgeschreven kengetallen | Werkelijk 2018 | Raming na wijziging 2019 | Raming 2020 | Raming 2021 | Raming 2022 | Raming 2023 |
1a. Netto schuldquote (NS) | 39,5% | 52,1% | 51,2% | 50,8% | 50,4% | 47,0% |
1b. NS gecorrigeerd voor alle leningen | 18,2% | 33,0% | 33,8% | 35,2% | 36,4% | 34,7% |
2. Solvabiliteitsratio | 38,7% | 32,2% | 32,9% | 33,0% | 33,0% | 34,0% |
3. Structurele exploitatieruimte | 0,5% | 0,0% | 0,1% | 0,5% | 0,6% | 0,6% |
4. Grondexploitatie | 3,3% | 3,4% | 2,8% | 1,9% | 2,1% | 2,1% |
5. Belastingcapaciteit | 78,6% | 72,6% | 71,7% | 71,7% | 71,7% | 71,7% |
Toelichting verplichte kengetallen
De categorieën zijn gebaseerd op de norm van de provincie (groen is voldoende, oranje matig en rood onvoldoende). Voor de netto schuldquote gecorrigeerd voor alle leningen, de grondexploitatie en de belastingcapaciteit zijn vanuit de provincie geen norm aangegeven.
Deze kengetallen geven aan hoe we er als gemeente voor staan. We hebben geen rode blokjes, alhoewel het momentopnames zijn en blijven. Dit soort cijfers moeten altijd goed geïnterpreteerd worden.
Solvabiliteitsratio
De solvabiliteit geeft het eigen vermogen in een percentage van het totaal vermogen weer. Hoe hoger het percentage, hoe gezonder de gemeente. Voor wat betreft solvabiliteit zitten we rond het Gelders gemiddelde van 34%. Daarmee valt de ratio in het midden van categorie B, dit blijft de komende jaren ongewijzigd.
Norm provincie Gelderland | Categorie A | Categorie B | Categorie C | |
1a. | Netto schuldquote (NS) | tot 90% | tussen 90% tot 135% | hoger dan 135% |
1b. | NS gecorrigeerd voor alle leningen | tot 90% | tussen 90% tot 135% | hoger dan 135% |
2. | Solvabiliteitsratio | hoger dan 50% | tussen 20% tot 50% | kleiner dan 20% |
3. | Structurele exploitatieruimte | begroting en meer-jaren hoger dan 0% | begroting of meerjaren hoger dan 0% | begroting en meer-jaren kleiner dan 0% |
4. | Grondexploitatie | tot 20% | tussen 20% tot 35% | hoger dan 35% |
5. | Belastingcapaciteit | tot 95% | tussen 95% tot 105% | hoger dan 105% |