Inleiding

‘Zwaar weer op komst’

We zouden liever luchtiger openen, maar de voorspellingen duiden helaas op een onrustige atmosfeer. Zo weten we nu niet hoe ernstig COVID-19 nog toe gaat slaan. Wanneer en voor wie er een afdoende vaccin beschikbaar komt tegen dit virus. Of Europa meer één lijn gaat trekken bij dit soort situaties. Dit gaat de economie raken. De stikstofproblematiek werkt drukkend op de (land-)bouw en infrastructuur. De economie krijgt klappen. Het CBS rapporteerde een historische krimp van 10% in het eerste halfjaar van 2020. Werkloosheid en schuldenproblematiek lopen op. De hete zomer breekt wederom records en de problemen rondom de droogte nemen toe. De dijkgaaf van Rijn IJssel rept over een kunstmatig grensmeer en investeringen van honderden miljarden. Sommige wereldleiders verhitten het klimaat en geven meer en meer prioriteit aan hun interne problematiek. Het is een understatement dat de samenwerking beter kan.
Maar het is natuurlijk niet allemaal negatief. Want we voeren als gemeente toch maar mooi nog steeds alles uit ondanks de Corona. En proberen met aanvullende maatregelen zoveel mogelijk problemen te voorkomen. Ook het Uitvoeringsprogramma loopt nog steeds op schema.

In dit woelige tijdperk wordt 2021 qua financiële toekomst een spannend jaar voor onze gemeente. Zo wordt 2021 het eerste volledige jaar na de vaststelling van het ambitieuze Aaltense Transformatieplan Sociaal Domein. Wij zijn ervan overtuigd dat de ingezette maatregelen blijven leiden tot het adequaat verlenen van zorg aan degenen die dat écht nodig hebben en anderzijds invulling gaan geven aan de financiële taakstellingen die in dit plan zijn opgenomen. Maar zo eenvoudig is dit complexe taakveld natuurlijk niet te sturen. Dus ook de financiële uitkomst niet, die blijft omgeven door risico’s. Al is het maar dat onze invloed niet altijd even groot is, denk alleen aan de toegang tot zorg waar we als gemeente vaak afhankelijk zijn van externe verwijzers zoals bijvoorbeeld de rechterlijke macht of de huisarts. Dan gaat het soms over kostbare meerjarige trajecten en dan is de opgave veel moeilijker om kosten te beïnvloeden. Daarnaast is de afgelopen jaren gebleken dat zeer veel gemeenten in toenemende mate te kampen hebben met oplopende tekorten vanwege de groei van de kosten van de nieuwe zorgtaken en het Rijk maar niet bij wil leggen. In de tussentijdse rapportages, en zo nodig via een aparte raadsinformatieavond, houden we de raad continu op de hoogte van de ingezette transformatie, de voortgang en andere ontwikkelingen op dit terrein.

Het issue waar we ons het meest zorgen om maken, vooral met het oog op de jaren na 2021, betreft de aangekondigde herverdeling van het gemeentefonds. Hierop is de uitkering gebaseerd, die de gemeente ontvangt van het Rijk voor de uitoefening van haar taken. In 2021 bedraagt deze uitkering ongeveer 45 miljoen euro, wat ongeveer 70% is van het totale begrotingsinkomsten. De uitkering is opgedeeld in twee delen: het sociaal domein en de zogeheten klassieke taken. Met betrekking tot de herijking van het sociaal domein kopte Binnenlands Bestuur in juni 2020 ‘hoe groter de gemeente, des te harder rinkelt de kassa’. Gemeenten met een inwonertal van 20.000 tot 50.000 zouden een flinke veer moeten laten met een nadeel van 33 euro per inwoner. Ook verscheen in februari 2020 een rapport over de herverdeling van de klassieke middelen. Het beeld hierbij was dat middelen zouden verschuiven van klein naar groot, van oost naar west en van het platteland naar de steden. De haren gingen overeind en aanvullend onderzoek werd verordonneerd door het ministerie van BZK. Minister Ollongren van dit ministerie berichtte de Tweede Kamer dat het klassieke en sociale deel hierbij ook in hun onderlinge samenhang beoordeeld worden. Waar oorspronkelijk de herverdeling in 2021 in zou gaan, staat deze nu voor 2022 gepland.

Voor de duidelijkheid, hierbij gaat het om een andere verdeling van de middelen. De totaal beschikbare pot met geld wijzigt niet, wat gezien het feit dat 265 van de 355 gemeenten voor 2020 een exploitatietekort begroot hebben, voer voor discussie en lobbyen is. Er zou in totaliteit zo’n 2 miljard bij moeten!
Verwacht wordt dat de uitkomsten voor het einde van 2020 bekend worden. Mogelijk dat de decembercirculaire 2020 al concreet houvast geeft, anders wordt dit de meicirculaire 2021. Linksom of rechtsom, de op stapel staande herverdeling voorspelt financiële windkracht tien. Zodra er meer bekend is laten we dit weten.

Gezien de ongewisse uitkomst van de herverdeling voor de komende jaren is, in lijn met de door de raad gestelde kaders, gekozen om te focussen op een sluitende begroting 2021. Normaal gesproken gold dit ook voor de jaren na het komende begrotingsjaar, maar door het ontoereikende inzicht in de budgettaire inkomsten, is dit principe nu losgelaten. Vertrekpunt voor 2021 was een tekort van € 1,2 miljoen: een behoorlijke opgave. Toch is het gelukt om voor 2021 een sluitende begroting te presenteren. Vooral de beoogde en opgenomen financiële effecten van het ambitieuze Transformatieplan van per saldo € 1,1 miljoen voor 2021 hebben een positieve uitwerking.

Qua nieuw beleid past het in deze tijd niet om uit te pakken, maar er is toch dekking gevonden voor de inzet van extra middelen voor cultuur, de lokale omroep en de uitvoering van het centrumplan Dinxperlo. Voor alle grotere mutaties wordt u verwezen naar het ‘Totaal financieel overzicht’ op bladzijde 8.

Zoals aangegeven ziet het er meerjarig niet rooskleurig uit. Voorlopig laten die jaren tekorten zien van ruim 5 ton in gemeenteraad-verkiezingsjaar 2022 oplopend naar ruim 1 miljoen in 2023 en 2024. Deze tekorten worden grotendeels veroorzaakt doordat vanwege de herverdeeleffecten voor het sociaal domein voor 2022 alvast circa € 450.000 aan inkomstenvermindering is opgenomen en vanaf 2023 structureel een nadeel van de eerder genoemde 33 euro per inwoner (circa € 900.000). Dit omdat vaak een ingroeitraject van 2 jaar wordt gehanteerd bij dit soort operaties.

Om de tekorten vanaf 2022 zo goed mogelijk het hoofd te bieden heeft het college de organisatie inmiddels opgedragen om nu al na te gaan denken over mogelijke ombuigingen/besparingen. De ideeën die hieruit voortkomen worden betrokken bij het tot stand komen van de begroting 2022. Een en ander komt zeker aan de orde in de kaderstelling voor de begroting 2022. Wanneer er meer duidelijkheid komt over de toekomstige opgave melden wij dit direct aan de raad.

Deze begroting wordt in de raadsvergadering samen met een eerste wijziging aangeboden. Gezien de financiële situatie en actualiteit is dat dit jaar noodzakelijk. Ook de septembercirculaire is hierin verwerkt.

Verder is de opzet van deze begroting hetzelfde als die van 2020, wat de vergelijkbaarheid ten goede komt. Zoals u weet hechten wij zeer aan een gezonde financiële basis en zien wij de toekomst ondanks windkracht 10 met vertrouwen tegemoet, al zijn we ons bewust dat we nog moeilijke keuzes moeten gaan maken.